vrijdag 27 oktober 2017

Hallo-Halloween

Hier, in this good old hometown of ours, vluchten de mensen tijdens Halloween de stad uit. Niet om killerclowns of de dikke buurvrouw in een elfenkostuum te ontvluchten, hoor. Hier doen we daar namelijk niet aan. Mensen vluchten de stad uit om een hartverzakking op te kunnen lopen tijdens de Fright Nights in Walibi.

Geen pompoenen uitsnijden, geen trick or treat en voor zover ik weet ook geen verkleedfeesten (of ik word nooit uitgenodigd, dat kan natuurlijk ook). Wij houden hier af en toe een mislukte lampionnenoptocht die altijd een beetje tegenvalt nadat je eenmaal de film Tangled hebt gezien. En dan is er nog  spooktocht door het bos.


Jaarlijks organiseert de basisschool, waar ik als kind ook op heb gezeten, een spooktocht door een aangelegd bos wat twintig meter bij de school vandaan ligt. Als elfjarige was het natuurlijk superstoer om jezelf hier voor op te geven; dus dat deed ik. En als ik een nieuwe hobby heb gevonden mag mijn vader natuurlijk meeprofiteren: kortom hij ging mee als begeleider - iets waar hij tot op de dag van vandaag nog spijt van heeft, maar hij had geen keus want ''van mamma mocht ik niet alleen en dus moest pappa mee''.

Kort samengevat: er is een (oud)-klasgenootje die we al jaren steevast ''de bosgiller'' noemen en ik ben het niet. Het was namelijk niet meer eng vanaf het moment dat we langs een bloederig spook liepen en een van mijn klasgenootjes haar stiefvader herkende en zei: 'Hoi Johan!'
Dus wanneer mijn vader en ik een stuk gaan lopen met de hond en we besluiten de bosroute te nemen kunnen we, in herinneringen verzonken, verzuchten: 'Weet je nog? De bosgiller...'

Waar ik het liever niet meer over heb - ook niet met mijn ouders - is het incident wat zich een paar jaar later afspeelde. Hetzelfde bos. Dezelfde spooktocht. Alleen was ìk nu een bloederig spookfiguur. Mocht je je afvragen wat me heeft doen besluiten vrijwillig een avond in de kou door te brengen, verkleed als mislukte vampier: kindertjes bang maken is altijd een droom van me geweest. Ik was er alleen niet erg goed in. En dat wijd ik volledig aan mijn zwager die me plechtig beloofde wel even langs te komen om míj aan het schrikken te maken.

Ik vergat de kindertjes (die sowieso al niet onder de indruk waren - ik bedoel, hallo: heb ik daarvoor twee uur in de make-up gezeten? De mensen die ik op straat tegenkwam schrokken namelijk wél. Hoogstwaarschijnlijk omdat ik eruit zag als een soort gothic-vampier met slaapgebrek). Ik was volledig gefocust. Ik zou mijn zwager zelfs in het donker kunnen herkennen. Signalement: kale man, middelbare lengte en... Hoorde ik daar wat ritselen?
Ik trok mijn zaklamp tevoorschijn uit mijn cape (ja, je leest het goed: ik droeg een cape) en sprong het pad op waar ik met een venijnig gebaar de zaklamp in de ogen van mijn zwager, die mijn zwager niet bleek te zijn, scheen. 'Wat dóé je?' riep de man in kwestie beledigd.
'Ik, eh... Boe?' probeerde ik wat resulteerde in luid geschater van mijn vriendinnen en die... die kinderen die níét bang waren. Die arme man probeerde alleen maar zijn hond uit te laten.
Ik had dus kunnen weten dat het mijn zwager niet was. Want zelfs als ik het heel lief vraag, zelfs dan nog, sta ik toch echt zelf buiten in de regen met de hond. (Of nou ja: mijn vader, maar hij mag natuurlijk meeprofiteren met alle lusten en lasten die onze viervoeters met zich meebrengen, omdat ik degene was die een puppy wilde hebben.)

Dit jaar maar pompoenen uitsnijden. Echt. Ze staan al op de foto.

Happy Halloween!







Geen opmerkingen:

Een reactie posten